ČZ

CZ vindt zijn oorsprong in een in 1919 opgerichte wapenfabriek  in Strakonice. Het ging uitsluitend om de fabrikage van handwapens. In 1922 ontstond de “Aktiengesellschaft” Ceska Zbrojovka. Hier hebben we dus meteen de basisnaam van CZ. In 1929 werd er ook begonnen met vreedzamer produkten en het waren toen fietsen die de poort uitrolden. Vanaf dat moment was het slechts een kleine stap naar het volgende produkt, het rijwiel met hulpmotor. Deze motor werd direkt aan de versterkte vooras bevestigd, waarbij de voorvork direkt verend was gemaakt. In 1933 ging men een stapje verder, waarbij het motorblok naar een plaatsje boven de trapas verhuisde. Het ging derhalve al een beetje in de richting van het motorrijwiel, want en passant weerd de cilinderinhoud gebracht op 98 cc. Deze motor had een vermogen van 2 pk. doch ook andere produkten, die op zelf ontwikkelde machines werden gemaakt, begonnen de CZ fabrieken te verlaten. Hiertoe behoorden o.a. aandrijfkettingen en slijpmachines voor kogellagers. Beide laatste produkten worden nog steeds gemaakt en staan bekend om hun kwaliteit. Doch men maakte al spoedig van alles en nog wat, om het zo maar eens te noemen. Zo werden reeds in 1933 op de magneten en niet metalen delen na, alle andere toebehoren voor de motorrijwielproduktie zelf geproduceerd. In 1936 werd wederom een deel van de wapenfabriek omgeschakeld op de motorproduktie. Het was een voor die tijd moderne 98 cc tweetakt met buizenframe en parallel voorvork. De aanwezigheid van pedalen was enkel en alleen een kwestie van wetgeving. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog, in 1939, kwam er weer een nieuwe serie machines uit, namelijk een 350 cc ééncilinder en een 500 cc twin. Beide tweetakt en waarvan de laatste met zijspan kon worden bereden. Deze laatste serie had een geperst stalen frame, iets wat in die tijd erg populair was en een driebak met voetschakeling. Doch toen kwam de oorlog ’40-45′ en kwam er niets nieuws naar buiten. Maar dat men niet had stil gezeten bleek in 1947, toen er een zeer modern ogend machientje van 125 cc met een zeer glad blokmotortje met 19 ” wielen en 2 uitlaten op de markt kwam. De Europese fabrikanten, die nog steeds met materiaalschaarste kampten, hadden hier niet van terug en de CZ populariteit nam nog meer toe, toen in 1949 het machientje werd voorzien van een heuse teleskoop voorvork en een jaar later ook nog eens van plunjerachtervering. De karakteristieke eigenschappen van deze modellen zijn de lichte konstruktie, de motot met vliegwielontsteking en de drieversnellingsbak. Verschillende onder ons hebben aan deze motortjes wel  zeer prettige herinneringen omdat ze er in de cross en op het gras aktief mee waren. Dit gebeurde zeker nadat de cilinderinhoud was vergroot tot 150 cc. Een model met een kompakt motorblok met ingesloten karburateur. Het waren dan wel niet de snelste machientjes, ze waren erg betrouwbaar en dat was wel wat waard in die tijd, want de rijdersbeurs was “very small”.   Na de Tweede Wereldoorlog verhuisde de wapenproduktie naar elders en de naam van de rest van de onderneming word Ceske Zavody Motocyklove. In 1954 werd de reorganistatie doorgevoerd waarbij Jawa en CZ gedwongen moesten samenwerken. Het sterk op het eigen bedrijf gerichte CZ personeel bekeek dit met wantrouwen. De modellen van beide merken verschenen nu op de markt als eenheidsserie onder de naam JAWA-CZ. Eerst werden de voorlopige types JAWA-CZ 125 en 150 met de oorspronkelijke CZ motor in een volledig nieuw rijwielgedeelte geproduceerd, maar na 2 jaar werden ook nieuwe motoren uitgebracht. In principe betrof het motoren, die sterk leken op de “Kyvacka” (swinger), waarbij het frame was gemaakt van vierkante buizen (Jawa’s hadden ronde buizenframe’s) en die de hydraulisch gedempte teleskoopvork, de scharnierende achtervork en de wielen met remmen in volle haven hadden. Het degelijk ontworpen maar zware motorblok had dynamo-akku-ontsteking en het JAWA schakelsysteem met de vierversnellingsbak. Tijdens de erop volgende ontwikkelingsfase werden deze motoren verder gemoderniseerd en kregen ze weer de merknaam CZ. De 250 cc uitvoering vulde de twee lichtere types aan. Naast deze motoren werden in Strakonice nog de afgeleide types CZ Sport 125, 175 en 250 geproduceerd, waarbij de voornaamste verandering de 19″ wielen waren. De erop volgende CZ wegmodellen hadden niet meer zoveel succes omdat ze vooral voor de export naar ontwikkelingslanden waren bestemd. De CZ konstrukteurs gingen zich toen vooral op de ontwikkeling en produktie van motorcross motoren koncentreren.
CZ werd in ons land bekend door de relatief goedkope tweetakt motoren. In de jaren ’60 was CZ zeer succesvol in de motorcross, met wereldkampioenschappen van Viktor Arbekov en Joel Robert in de 250 cc en Paul Friedrichs in de 500 cc klasse. Naast allerlei industriele machines worden er bij CZ motorblokken en andere onderdelen zoals naven, vorken enz. voor Jawa gemaakt. Op het gebied van wegmotoren legde cZ zich in de jaren tachtig toe op de produktie van JAWA 350 motorblokken en produceerde CZ slechts als aanvulling kleinere series wegmotoren van oudere types op bestelling van buitenlandse klanten. In 1991 splitste de motorproduktie zich echter af van de reusachtige CZ-machinebouw industrie en werd CZ-Cagiva AG opgericht. Het doel van deze joint-venture was de produktie van nieuwe types wegmotoren met niet alleen Cagiva motorblokken, maar ook de in Strakonice ontwikkelde lichte luchtgekoelde CZ 175 cc viertaktmotor met elektrische starter en balansas.